Wij gebruiken cookies om uw ervaring beter te maken. Om te voldoen aan de cookie wetgeving, vragen we uw toestemming om de cookies te plaatsen. Meer informatie.


Normeringen van vloerlaminaten en gestructureerde printvinyl
Merkbekendheid en herkenning horen centraal te staan in een marketingstrategie. Van grote bedrijven tot zelfstandige ondernemers. Lever je producten of diensten? Dan heb je er mee te maken.
Het creëren van naamsbekendheid en merkbekendheid is een essentiële stap voor de promotie van producten of diensten.
Zorg dat jouw doelgroep vertrouwd raakt met wat je te bieden hebt. Mensen zijn eerder geneigd een product of dienst af te nemen van een bekend merk of bedrijf.
Anti-sliptest DIN 51130
Bij de anti-sliptest (DIN 51130) lopen twee testpersonen om beurten over een te testen oppervlak dat voortdurend met een zeepoplossing in water wordt bevloeid. De testpersonen zijn uitgerust met een veiligheidsharnas. De testpersonen lopen op en neer over een oppervlak, waarbij de hellingshoek helt met een snelheid van 1° per seconde totdat de testpersoon zijn grip verliest. Elke testpersoon loopt vier keer tot hij/zij grip verliest, waarna het gemiddelde van deze acht metingen wordt genoteerd. Dit gemiddelde is de uiteindelijke gemiddelde kritieke hellingshoek van het oppervlak dat wordt getest.
Het uitglijdrisico wordt onderverdeeld in vijf anti-slipklassen (R9 tot en met R13). De gemiddelde hellingshoek die uit de anti-sliptest verkregen wordt, staat hierin centraal. Hoe hoger de R-waarde, hoe groter de hellingshoek waarbij de vloer veilig belopen kan worden.


Anti-sliptest blote voeten DIN 51097
Voor natte omgevingen waar op blote voeten wordt gelopen is een andere indeling in anti-slipklassen van toepassing. De testmethode is vergelijkbaar met die van DIN 51130. Hier geven de letters A, B en C de classificatie aan:
- A staat voor droge vloeren
- B staat voor natte vloeren
- C staat voor zwembaden


Pendeltest EN 13036-4
Bij Europese standaard EN 13036-4 wordt een rubberen glijder door middel van een veermechanisme bevestigd aan het uiteinde van een pendelarm, die vanuit een hoek van 90° wordt losgelaten. Deze methode meet het verlies aan energie dat optreedt als de glijder over het te testen oppervlak gesleept en afgeremd wordt, wat het doorzwaaien van de pendel beïnvloedt. Dit maximale doorzwaaien wordt afgelezen op een schaal. Hoe minder het doorzwaaien, hoe hoger de score en hoe kleiner het risico op uitglijden. De test wordt in minimaal twee richtingen uitgevoerd, in elke richting acht keer, waarbij steeds het gemiddelde van de laatste vijf metingen wordt genoteerd.
Het uitglijdrisico wordt onderverdeeld in drie anti-slipklassen (van hoog tot laag). Hoe hoger de PTV-waarde, hoe lager het sliprisico is.

